Belangrijkste kenmerken
- Opeenvolgende assemblage of bekisting van structurele elementen.
- Progressieve constructie van doorsneden.
- Geleidelijke toepassing van belasting en voorspanning.
- Veranderen van randvoorwaarden.
- Verwijderen van tijdelijke structurele elementen.
Aangezien bouwkundige structuren vaak worden ontworpen en geconstrueerd met diverse soorten materiaal (zoals staal, prefab en ter plekke gegoten beton), verandert het statische systeem van de structuur tijdens de bouw. Met deze module kunt u verschillende fases doorrekenen van structuren die uit 1D- en 2D-elementen bestaan. De spanningsgeschiedenis wordt berekend door rekening te houden met toegevoegde of verwijderde steunpunten, elementen, belastingsgevallen, gewijzigde doorsnede-eigenschappen, enzovoort.
Moderne bouwkundige structuren worden vaak ontwerpen en geconstrueerd als hybride systemen uit staal, prefab beton en ter plekke gegoten beton. Belangrijke dragende elementen worden vaak vooraf gefabriceerd en gebruikt als ondersteuningssysteem voor onderdelen van een doorsnede of structuur die later wordt opgebouwd. Met andere woorden, het statische systeem van de structuur verandert tijdens de bouw.
Er wordt in elke bouwfase rekening gehouden met de ontwikkeling van het statische systeem van de structuur middels:
- toegevoegde of verwijderde structurele 1D-elementen;
- toegevoegde 2D-elementen (platen en schalen);
- toegevoegde of verwijderde steunpunten;
- progressieve constructie van elementen (bijvoorbeeld een staalbeton brugdek);
- progressieve constructie van doorsneden (gefaseerde doorsneden);
- geleidelijke toepassing van belastingen en voorspanning (indien gecombineerd met de module 'Modellering en analyse van voorspanning' sens.21).
- variatie van de E-modulus na verloop van tijd;
- herverdeling van interne krachten veroorzaakt door kruip en krimp (indien gecombineerd met TDA-analyse uit de module 'Modellering en analyse van voorspanning' sens.21).
- voorgespannen spanelementen worden na afkappen integraal onderdeel van de structuur. De stijfheid ervan wordt toegevoegd aan de stijfheidmatrix van de structuur. Elke belasting die door de structuur wordt gedragen, verandert automatisch de voorspanning van de betreffende voorspankabels (indien gecombineerd met de module 'Modellering en analyse van voorspanning' sens.21).
De module is een uitbreiding van de lineaire berekening van bouwfasen en betracht de geometrie van de vervormde constructie in een bepaalde fase vanaf de vorige fase. In SCIA Engineer kan deze analyse worden toegepast op 3D-raamwerkstructuren.
- Niet-lineaire analyse van elke fase. Niet-lineariteiten die kunnen worden opgenomen:
- niet-lineaire steunpunten;
- niet-lineariteit van een ligger (zoals alleen-spanning of alleen-druk);
- niet-lineaire scharnieren:
- geometrische niet-lineariteit (P-Delta-effect).
- De beginwaarden voor spanning/rek voor een fase worden uit het berekende resultaat van de voorgaande fase gehaald.
Vereiste modules:
- scia.a.geo_nl