Overslaan en naar de inhoud gaan

senfd.01 - Ontwerp van funderingslaag

  • Modulecode senfd.01
  • Software
    • SCIA Engineer
  • Inbegrepen in edities
    • Concept,
    • Professional,
    • Expert,
    • Ultimate
  • Categorie Andere
  • Licentie Permanent

Belangrijkste kenmerken

  • Zowel de stabiliteitscontrole als het autodesign van poerfunderingen heeft een optimale prestatiesnelheid.
  • U kunt zowel de bovenbouw als de funderingen controleren.
  • Optimalisatietool: het AutoDesign van poerfunderingen kan zeer snel worden uitgevoerd. U kunt een of meer afmetingen van de poerfundering optimaliseren. Met de gevoeligheidsoptimalisatie kunnen diverse parameters samen worden geoptimaliseerd. SCIA Engineer zoekt een poerfundering met optimale geometrische afmetingen.
  • Het AutoDesign van poerfunderingen kan samen met het AutoDesign van de structuur worden uitgevoerd.
  • Een gedetailleerd uitvoerverslag met invoergegevens, resultaten en gebruikte artikelen is beschikbaar.
  • Een eenheidscontrole kan worden uitgevoerd: dit heeft de meest kritieke waarde van de drie controles als resultaat.

Poerfunderingen worden gebruikt om afzonderlijke kolommen te ondersteunen, zodat de belasting over de onderliggende grond wordt verspreid. In een ontwerp zijn ze meestal vierkant of rechthoekig, waarbij het plangebied wordt bepaald door het toelaatbare draagvermogen van de bodem. De vorm in het plan wordt bepaald door de schikking van de kolommen en de belasting die aan de bodem moet worden overgedragen. Met deze functionaliteit in SCIA Engineer kunt u een stabiliteitscontrole van poerfunderingen uitvoeren in overeenstemming met EC-EN 1997-1.

Het steunpunttype Poerfundering (voorheen Funderingsblok) is van toepassing op een scala aan steunpunttypen in SCIA Engineer. Vanaf nu wordt niet alleen de stijfheid onder de structuur in aanmerking genomen, maar is het tevens mogelijk om de stabiliteit van de poerfundering te controleren volgens EN 1997-1: Geotechnisch ontwerp - Deel 1: Algemene regels, 2004.

Er kunnen drie verschillende controles worden uitgevoerd:

  • controle van het draagvermogen;
  • controle van de glijweerstand;
  • controle van de excentriciteit.

Daarnaast kunnen met de AutoDesign-tool de afmetingen van de poerfundering worden geoptimaliseerd. U kunt de maximale spanning afkomstig uit een geotechnisch rapport invoeren en deze waarde voor het automatische ontwerp gebruiken. De eigenschappen van de poerfundering worden gedefinieerd door:

  • geometrie van de poerfundering;
  • eigenschappen van de ondergrond.

Er zijn tools beschikbaar voor het ontwerpen en optimaliseren van een of meer geselecteerde poerfunderingen, en in de algemene AutoDesign-functie voor de optimalisatie van alle poerfunderingen in het model.

Geotechnische combinaties

Voor de funderingscontrole zijn Set B en Set C van de EN-ULS-combinatie (STR/GEO) zoals gedefinieerd in EN 1990 beschikbaar.

Voor de controle wordt automatisch een GEO-resultaatklasse gemaakt. Deze klasse bevat alle combinaties van typen: EN-ULS (STR/GEO) Set B en EN-ULS (STR/GEO) Set C. Deze laatste wordt specifiek gebruikt voor geotechnisch ontwerp volgens ontwerpmethode 1.

Poerfundering invoeren

De geometrie en andere eigenschappen van poerfunderingen worden ingevoerd in het dialoogvenster Poerfundering. Tevens is de ondergrondbibliotheek gekoppeld aan de poerfunderingseigenschappen.

Stabiliteitscontrole voor poerfunderingen

Over het algemeen worden drie verschillende controles uitgevoerd:

  • Er wordt een controle van het draagvermogen uitgevoerd volgens art. 6.5.2 en Bijlage D van EN 1997-1. De verticale ontwerpbelasting Vd moet gelijk zijn aan of kleiner zijn dan het draagvermogen Rd.
  • Er wordt een glijweerstandscontrole wordt uitgevoerd volgens art. 6.5.3 van EN 1997-1. De horizontale ontwerpbelasting Hd moet gelijk zijn aan of kleiner dan de som van de schuifweerstand Rd en het positieve effect van de gronddruk aan de kant van de fundering Rp,d.
  • Er wordt een excentriciteitscontrole uitgevoerd volgens art.6.5.4 van EN 1997-1: speciale voorzorgsmaatregelen zijn vereist voor belastingen met grote excentriciteiten.

Welke veiligheids- en weerstandsfactoren tijdens de controle worden toegepast, is afhankelijk van de ontwerpmethode die in de geotechnische instellingen is gekozen (drie mogelijkheden).

AutoDesign

Er is tevens een optimalisatietool voor poerfunderingen beschikbaar. Hiermee kunt u makkelijk een optimale geometrie voor het funderingsblok zoeken. U kunt een van de afmetingen van de poerfundering kiezen, of zelfs verschillende parameters in één stap optimaliseren. Dit wordt de gevoeligheidsoptimalisatie genoemd: een methode om de gevoeligheid van verschillende parameters voor de controle te toetsen.

Voor elk van de drie hoofdcontroles kan de maximale controlelimiet worden geconfigureerd.


Vereiste modules:

  • sen.00