Variabele plaatdikte definiëren
Bij het creëren van een nieuw 2D-element is de eigenschap ‘Dikte type’ standaard ‘Constant’ en niet te veranderen. De reden is dat een variabele dikte gerelateerd is aan de randknopen van de plaat, waardoor het 2D-element zelf eerst ingevoerd moet worden. Nadien kan het ‘Dikte type’ gewijzigd worden naar ‘Variabel’ via het Eigenschappenmenu. Op dat moment verschijnen de invoeropties voor de definitie van de variabele dikte: Globaal X, Globaal Y, Globaal Z, Lokaal X, Lokaal Y, Variabel in twee richtingen, Variabel in 4ptn.
De opties Richting X / Y / Z laten toe de dikte te laten variëren in de globale X / Y / Z-richting, terwijl de opties Lokaal X / Y een variabele dikte definiëren in lokale x- of y-richting van de plaat. In beide gevallen dient de gebruiker twee elementvertices (knopen die tot de plaatrand behoren) te selecteren, waarvoor de dikte dan gespecificeerd kan worden. De dikte wordt automatisch geëxtrapoleerd naar de overige elementknopen.
Merk op dat de opties Lokaal X / Y enkel beschikbaar zijn voor platen en rechte wanden (niet gedefinieerd als schaalelementen!); hetzelfde geldt voor Variabel in twee richtingen.
Voor alle 2D-elementen met 4 elementvertices is ook de optie Variabel in 4 punten beschikbaar. Voor elk van de 4 (hoofd)randknopen kan de dikte ingevoerd worden door de gebruiker. Een voorbeeld wordt hieronder getoond:
Voor cirkelvormige platen is nog een laatste optie Radiaal beschikbaar, waarbij de gebruiker de dikte in het centrum en op de elementrand kan definiëren. Bovendien zou de excentriciteit aangepast kunnen worden om het volgende resultaat te bekomen:
Merk ook op dat de gekozen afmeting van het eindig-elementen-net de nauwkeurigheid van de variabele dikte van het element zal beïnvloeden, aangezien elk eindig element een constante (gemiddelde) dikte heeft. Dit kan nagegaan worden na de berekening via het Hoofdmenu > Resultaten > dikte van vloeren: