Snede definiëren op een 1D element
Een snede op een balk kan toegepast worden wanneer je de resultaten in een specifiek punt wenst weer te geven. De enige functie van een snede kan eveneens teruggevonden worden in de grafische weergave van resultaten. De resultaten voor een 1D-element worden standaard berekend in 10 snedes; daartussen, wordt geïnterpoleerd. Dit wordt geïllustreerd in het volgende voorbeeld aan de hand van het resultaat My.
Het aantal snedes kan steeds verhoogd worden door het aanpassen van de optie ‘Aantal sneden op gemiddelde staaf’ binnen de ‘Solver instellingen’. Dit zorgt ervoor dat de resultaten nauwkeuriger zullen zijn.
De functie doorsnede op 1D kan teruggevonden via invoerpaneel > werkstation 'Constructie' > Categorie 'Randcondities' > Snede op 1D. De eigenschapen van dit snedetype beperken zich enkel tot de positie van de snede op het 1D-element.
Het model zal opnieuw doorgerekend moeten worden om een resultaat te bekomen in de specifieke snedes. Om de resultaten op de gedefinieerde snede weer te geven is het noodzakelijk de optie ‘Geselecteerd’ te kiezen voor de eigenschap ‘Resultaten in snedes’ en meer bepaald de optie ‘Ingevoerd’ voor de setting ‘Geselecteerde doorsnedes’ binnen het eigenschappenvenster.
Het resultaat wordt enkel weergegeven in het punt op de balk waar de snede is ingevoerd.